top of page

Dans-kijkwijzers

Zo zie jij wat de kinderen leren in de dansles

Beweging wordt dans als je gaat spelen met de vier danselementen: lichaam, tijd, kracht en ruimte.

In een creatieve dansles stimuleert de docent de kinderen om te variëren met de danselementen. Daardoor ontdekken zij wat je allemaal kunt dansen en welk effect dat heeft: op hoe het eruit ziet en hoe het voelt.

Op deze pagina vind je kijkwijzers voor de vier danselementen, het creatief proces en choreograferen. 

Danselement lichaam

Wat beweegt er?

Je kunt met hele lichaam bewegen of

met een deel, bijvoorbeeld: buigen, strekken, draaien en zwaaien,
maar ook verschillende vormen maken met het lichaam, zoals: rond, recht, symmetrisch, asymmetrisch.

Je kunt bewegen

op de plaats of je voortbewegen,
bijvoorbeeld: lopen, springen, huppelen, hinkelen en glijden.

Danselement tijd

In welk tempo bewegen ze?

Je kunt de bewegingen laten variëren in tijd:

het tempo, de duur of het ritme,
bijvoorbeeld langzaam, snel, versnellen, vertragen, met stops, kortdurende beweging of de beweging lang aanhouden, met herhalingen of accenten.

Danselement kracht

Met hoeveel spanning bewegen ze?

Hoeveel spierkracht gebruik je voor de beweging en hoeveel zwaartekracht ervaar je hierbij.

Hierdoor varieer je in spanning, energie, gewicht en bewegingsstroom,
bijvoorbeeld: licht, zwaar, ontspannen, gespannen, spanning opbouwen of verminderen, sterk, zwak, in evenwicht, uit balans, gecontroleerd of explosief.

Danselement ruimte

Waar ben je in de ruimte en hoe beweeg je door de ruimte?

Plaats in de ruimte: sta je voor, achter, in het midden of langs een kant.

Plaats ten opzichte van anderen in de ruimte: sta je voor, achter, naast, tegenover iemand.


In welke richting beweeg je: ga je vooruit, achteruit, zijwaarts, diagonaal, rond.


In welke ruimtelaag beweeg je: beweeg je laag bij de grond of over de vloer, op loophoogte (midden) of hoog.


Welke patronen maak je in de ruimte: over de vloer; cirkel, lijnen, zigzaggen
in de lucht: golven, zigzag, strepen

Creatief proces

Welke fasen kun je herkennen in een creatieve dansles?

In creatieve dans is er steeds een wisselwerking tussen beweging en beleving. De kinderen exploreren de mogelijkheden van hun lichaam om er ideeën, ervaringen en gevoelens mee uit te drukken. Ze creëren zelf nieuw dansvocabulaire door middel van de danselementen lichaam, tijd, kracht en ruimte. De kinderen gebruiken vormgevingsaspecten om hun dans te kunnen presenteren.

Choreograferen

Hoe maken kinderen zelf een dans?

Choreograferen is vormgeven van dans. Dit gaat voor kinderen in het basisonderwijs vooral over de dansbewegingen, de plaatsing van de dansers in de ruimte en de muziek. Maar het kan ook uitgebreid worden naar het ontwerpen van decor, kostuums en belichting.
De dansbewegingen en/of dansfrases voor de choreografie kunnen komen uit bestaande dansen of zelfgecreëerd zijn. Bij het maken van de dans gebruiken de kinderen vormgevingsaspecten; ze maken keuzes voor groepering, vloerpatronen en structuur van de dans.

binnenkort : Kijkwijzer choreograferen
bottom of page